De rechtbank in Zwolle is maandag begonnen met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de Eritreeër Amanuel W., vermeend kopstuk van een groot mensensmokkelnetwerk. Centraal staat de vraag of Nederland in deze internationale zaak wel rechtsmacht heeft.
Rechtsmacht en identiteit
Op de eerste zittingsdag stond direct de vraag centraal of Nederland deze internationale zaak überhaupt mag behandele, zo is te lezen in de berichtgeving van het NRC. De verdediging, bijgestaan door advocaten Simcha Plas en Jordi L’Homme, voerde aan dat de Nederlandse strafrechter niet bevoegd is, omdat alle feiten in Libië plaatsvonden en geen van de slachtoffers van oorsprong Nederlander is. Een deel van hen verblijft inmiddels wel in Nederland. De rechtban...