De rechtbank Rotterdam heeft in een recente civiele zaak een advocaat streng berispt vanwege het aanvoeren van niet-bestaande en niet-relevante jurisprudentie. Sommige ECLI-nummers die de advocaat had aangehaald bestonden helemaal niet.
In haar uitspraak benadrukt de rechtbank dat geen van de aangehaalde (vermeende) arresten betrekking heeft op het handelsnaamrecht; sommige ECLI-nummers verwijzen zelfs naar strafrechtelijke uitspraken, andere bestaan in het geheel niet.
Onjuiste jurisprudentieverwijzingen
De zaak draaide om een handelsnaamgeschil, waarbij de advocaat van één van de partijen probeerde zijn standpunt te onderbouwen met rechtspraak die niet relevant of zelfs fictief was. De rechtbank besteedt daar in haar beslissing expl...