Een advocate staat met de beste bedoelingen de vriend van een vriendin bij in een conflict binnen een familiebedrijf. Als blijkt dat een kantoorgenoot van haar de tegenpartij vertegenwoordigt, trekt ze zich na enige maanden terug uit de zaak. Maar dan is het kwaad al geschied.
De partijen in de zaak zijn een vader en zoon die samen eigenaar zijn van een vennootschap die een uitzendorganisatie exploiteert. De vader is het niet eens met de manier waarop zijn zoon functioneert als aandeelhouder en bestuurder, en wil hem uit de zaak zetten.
Via via kent de zoon een advocaat. Zij geeft hem op verzoek uitleg over verkoop en levering van aandelen in een vennootschap en neemt in hoofdlijnen de aandeelhoudersovereenkomst en de managementovereenkomst met hem door. Tijdens een gesprek laat de cliënt vallen dat hij een kantoorgenoot van de advocaat herkent als de raadsman die zijn vader al meerdere keren heeft bijgestaan...